NU Actueel

Woordle

Woorden raden met Woordle

Ken je het spelletje Woordle? Het lijkt een beetje op het tv-spelletje Lingo. Elke dag komt er een nieuw woord online. Je ziet alleen vijf lege vakjes, waarin je letters moet invullen. Je moet gokken welk woord van vijf letters bedoeld is: paard, jarig, woest?

Bij het eerste woord dat je intikt, denk je: dit vind ik nooit. Want soms zijn alle vijf letters fout. Maar je krijgt nog vijf kansen – en je ziet of een letter goed is (dan wordt hij geel). Als de letter ook nog op de juiste plaats staat, wordt hij groen. Zo ga je stap voor stap de goede richting op. En opeens is het woord juist!

Dit simpele en populaire onlinespelletje is oorspronkelijk Engels; student Jelle Besseling maakte een Nederlandse versie. Hij haalde een lange lijst Nederlandse woorden van
Wikipedia, filterde er de vijfletterwoorden uit en sorteerde die op ‘meest gebruikt’. Probeer het eens uit, elke dag een woordje Woordle.

Vragen en opdrachten

Opdracht 1a doe je individueel; vraag 1b, 1c en 1d beantwoord je samen met een klasgenoot. Bespreek jullie antwoorden daarna in de klas.
1a Eerst maar eens flink je hersens laten kraken. Doe individueel ‘het woord van de dag’ via de link Woordle. Heb je het woord gevonden? In hoeveel stappen?
1b Bespreek met een klasgenoot hoe jullie te werk zijn gegaan. Hebben jullie lukraak woorden ingevuld of een speciale strategie gevolgd?
1c Bedenk en omschrijf twee strategieën om zo snel mogelijk het woord te vinden.
1d Stel: je hebt bij je eerste gok drie letters goed, maar die staan niet op de goede plaats. Wat doe je bij je tweede stap: die letters op andere plekken zetten en daarmee een ander vijfletterwoord maken? Of juist vijf nieuwe letters kiezen? Waarom?

Doe opdracht 2a samen met een klasgenoot en beantwoord de vragen 2b en 2c ook samen. Bespreek daarna de antwoorden in de klas.
2a Probeer nu samen Woordle6. Heb je het woord gevonden? In hoeveel stappen?
2b Is deze opdracht lastiger dan de vorige of juist niet? Hoe kun je dat verklaren?
2c Je kunt het spelen met 5- of 6-letterwoorden. Maar met meer kan ook. Stel, je bedenkt er een van 20 letters. Wat maakt het moeilijk om dit woord te raden?

Beantwoord vraag 3a en 3b voor jezelf en bespreek je antwoorden daarna in de klas.
3a Je zou met Woordle ook vals kunnen spelen. Hoe?
3b Je zit met een paar klasgenoten op het strand. Niemand heeft pen en papier bij zich en jullie hebben met opzet je mobiel niet meegenomen. Er zijn twee manieren waarop je dan toch Woordle kunt spelen. Welke?

 

Kijk voor de antwoorden in TLPST nr. 84

Bron: TLPST nr. 84

Wil je meer weten over onze methode Nieuw Nederlands?

Naar de website

TLPST is een maandelijkse lesbrief van Nieuw Nederlands en Genootschap Onze Taal.