NU Actueel

Taal- en tikfouten in de krant

  • TLPST
  • 11 december 2019
  • Niveau: Tweede Fase/Vmbo bovenbouw
  • Bron: TLPST 63

In de teksten die je schrijft, zal vast weleens een foutje staan. Vergissen is menselijk – en je hebt ook geen eindredacteur die je schrijfsels nakijkt. Maar kranten hebben wel zo iemand, dus hoe komt het dan dat er in kranten toch taalfouten staan?

Journalisten moeten vaak snel werken. De klok tikt ongenadig verder en op een bepaald ogenblik móét hun tekst bij de eindredacteur van de krant zijn. Die eindredacteur heeft ook weinig tijd om de tekst te lezen: de drukker wil aan de slag met het drukken van de krant. Door al dat haastwerk kunnen er foutjes in die tekst sluipen.

Het AD (Algemeen Dagblad) noemt verschillende oorzaken waardoor journalisten en eindredacteuren af en toe in de fout gaan:

  • Snelheid: wie snel moet werken, maakt meer taal- en tikfouten.
  • Stress: door de grote tijdsdruk raken journalisten gestrest en maken ze foutjes. Doordat er geen tijd is om de tekst nog eens rustig door te lezen, blijven die onopgemerkt.
  • Slordigheid: journalisten nemen soms niet de moeite om twijfelgevallen te checken in een woordenboek of met de spellingcontrole.
  • Taalblindheid: zelfs als verschillende journalisten en eindredacteuren de tekst goed hebben kunnen doorlezen, gebeurt het nóg weleens dat ze allemaal een fout over het hoofd zien.

Hoe zorgen ze bij het AD dat iedereen scherp blijft en oog heeft voor details? Ze organiseren een taalquiz.

Vragen

Beantwoord vraag 1 eerst voor jezelf en bespreek de antwoorden daarna in de klas.
1 In het artikel staat, onder het kopje ‘Taalblindheid’, dat journalisten geregeld fouten maken als een aantal mensen zijn. Correct is volgens Jeroen de Vreede van het AD een aantal mensen is. Zoals je echter kunt lezen op de website van Onze Taal, zijn beide opties te verdedigen. Het gaat erom wat volgens jou de kern van het onderwerp een aantal mensen is: een aantal (enkelvoud) of mensen (meervoud).

Kies in de volgende zinnen de opties die jou het meest logisch lijken.

a. Een aantal leerlingen had / hadden extra goed geleerd voor de toets.
b. Er viel / vielen een groot aantal boeken uit mijn tas.
c. Een klein aantal vluchtelingen overleefde / overleefden de overtocht.
d. Ik zag een aantal herten dat / die op het voetbalveld rondrende / rondrenden.

Doe opdracht 2 samen met de leerling die naast je zit.
2 Doe de taalquiz van het AD. Overleg per vraag welke optie volgens jullie juist is en waarom. Wie weet op alle vijf vragen het goede antwoord?

 

Kijk voor de antwoorden in TLPST nr. 63

Bron: TLPST nr. 63

 

Wil je meer weten over onze methode Nieuw Nederlands?

Naar de website

TLPST is een maandelijkse lesbrief van

Nieuw Nederlands en Genootschap Onze Taal.