Met taal kun je spelen, met taal kun je gedichten maken of opstellen schrijven, je kunt er ruzie mee maken en grappen mee bedenken. Maar taal kun je ook onderzoeken. Hoe doe je dat?
Sommige mensen denken dat er niet veel aan te onderzoeken valt, maar het tegendeel is waar. Je kunt heel veel vragen stellen over taal.
Bijvoorbeeld: hoe hebben talen zich in de loop van de eeuwen ontwikkeld? Hoe diep in je hersenen zit je moedertaal en welke invloed heeft je moedertaal daardoor op de structuur van je hersenen? Hoe gebruiken bijvoorbeeld jongeren en deftige mensen straattaal en deftige woorden om te laten horen wie ze (willen) zijn?
Een paar onderzoekers hebben daarom de website Taal onderzoek je zo opgezet. Op die website staan allerlei voorbeelden van vragen over taal en tips over hoe je taal zou kunnen onderzoeken. Bijvoorbeeld voor je profielwerkstuk, of, als je daar nog niet aan toe bent, nu alvast voor de lol of in de klas.
Vragen
Beantwoord vraag 1 samen met de klasgenoot naast je.
1. Op de website van de onderzoekers wordt het onderwerp woordgeslacht behandeld onder de vragende titel ‘Een meisje die’: fout of toch niet? Wat denk jij over die vraag? Leg je antwoord uit.
2. Bij de behandeling van woordgeslacht wordt onder andere verwezen naar een test van Quest. Doe deze test met de klas. Hoe goed kent jouw klas de taalregels?
Beantwoord vraag 3 eerst voor jezelf en bespreek je antwoord daarna in de klas.
3. Ook wordt verwezen naar een artikel in Trouw met als titel: ‘De taalfout van nu is de regel van de toekomst’. Bedenk, zonder het artikel te lezen, wat met deze titel bedoeld kan zijn.
Kijk voor de antwoorden in TLPST nr. 65
Bron: TLPST nr. 65
Wil je meer weten over onze methode Nieuw Nederlands?
Naar de websiteTLPST is een maandelijkse lesbrief van
Nieuw Nederlands en Genootschap Onze Taal.