Lees de tekst ‘Waar een wil is, is een zijweg.’ (Dit is een vrij lange tekst. Als je minder tijd hebt, kun je opdracht 6 en 7 overslaan en de tekst lezen tot en met de alinea over het derde probleem.). De tekst is op 29 december verschenen in het NRC, een dagelijks nieuwsblad. Beantwoord daarna de vragen.
1 Hoe wordt de tekst ingeleid? De tekst wordt ingeleid door…
A de aanleiding weer te geven
B een anekdote te vertellen
C enkele vragen te stellen
2 Wat is de indirecte aanleiding voor het schrijven van deze tekst?
3 Met welk begrip kan de functie van alinea 3 ten opzichte van alinea 2 het beste benoemd worden (alinea 3 begint met: ‘Mijn kinderen’)?
A Oorzaak
B Samenvatting
C Tegenstelling
D Uitwerking
4 Vat alinea 8 (over de pomodorotechniek) in maximaal 10 woorden samen.
5 Welke drie problemen kwam de auteur tegen toen hij zijn goede voornemens in de praktijk bracht?
6 Welke oplossing geeft de tekst voor het eerste probleem?
7 Wat is volgens de tekst waar over wilskracht?
A Wilskracht kan groeien door te trainen en dan behaal je succes.
B Wilskracht kan groeien door te trainen en een doel te hebben, maar eigenwaarde is ook belangrijk.
C Wilskracht kan groeien door te trainen, maar dan is de kans groot dat je dwangneuroses ontwikkelt.
D Wilskracht kan groeien door te trainen, maar dan moet je wel een doel hebben dat steeds verschuift.
8 Heb of had je goede voornemens? Zijn deze veranderd na het lezen van deze tekst en zo ja, op welke manier? Deel je antwoord en argumentatie met je klasgenoten.
Wil je meer weten over onze methode Nieuw Nederlands?
Naar de website