Vorst in mei!
- Lesopener
- 18 mei 2020
- Niveau: Vmbo bovenbouw
Tijdens de afgelopen winter heeft het maar weinig gevroren. Meestal was het zeer zacht en bovendien regende het veel. Dat werd in de lente helemaal anders. Op sommige plaatsen viel er twee maanden achtereen vrijwel geen druppel regen. En dat terwijl het in februari extreem nat was. Van het ene uiterste naar het andere extreem. Het is een van de kenmerken van het veranderende klimaat.
Opvallend in deze lente zijn ook de koude nachten. In de maand april vroor het al af en toe, maar in mei zowaar nog vaker. En dat is toch vrij bijzonder. Voor de land- en tuinbouw kan late vorst schadelijke gevolgen hebben voor jonge of kwetsbare gewassen. Tegenwoordig heeft de boer veel baat bij nauwkeurige weersverwachtingen. Vroeger was dat wel anders. Men was al blij als men het weer een dag vooruit een beetje kon inschatten. Vandaar dat men vroeger vaak gebruik maakte van zogenaamde wijsheden uit de volksweerkunde. In de loop van honderden jaren zijn er veel weerspreuken bedacht. Lang niet al die spreuken waren betrouwbaar, maar in sommige zit toch zeker wel een kern van waarheid.
Zo hield de boer ook vast aan de IJsheiligen. Pas na de ijsheiligen zou de kans op voorjaarsvorst heel erg klein zijn. Op basis van de metingen blijkt dit inderdaad een vrij betrouwbaar uitgangspunt. Toch komt het soms ook later in de maand mei nog tot nachtvorst. Dat gebeurde ook dit jaar.
Bron: Reinier van den Berg, weerman
Opdrachten
1 Lees de tekst van Buienradar.
a Hoe koud werd het in Eelde op de vroege ochtend van 15 mei?
b En hoe koud was het daar vlak boven de grond?
c Op welke hoogte wordt de temperatuur ‘aan de grond’ gemeten?
A 0 cm
B 10 cm
C 150 cm
d Ga naar de Klimaatatlas. Hoeveel nachten komt het in De Bilt gemiddeld tot vorst in mei?
A 0
B 2
C 5
e Waarom komen de koude nachten van de IJsheiligen in Twenthe vaker voor dan op Schiphol?
2 Lees de tekst van Buienradar nog een keer.
a Waar kwam de lucht (op een hoogte van 0 tot circa 1500 meter boven de grond) vandaan waarin het zo koud kon worden.
A De Noordpool
B IJsland
C Groenland
b Noem nog een reden waarom het zo koud kon worden.
c Maak de juiste keuze. Tijdens zo’n koude nacht in mei is het
A helemaal bewolkt
B deels bewolkt
C helemaal helder
d Bekijk de grafiek in het artikel. De kans op vorst in mei is tegenwoordig
A groter dan 100 jaar geleden
B even groot als 100 jaar geleden
C kleiner dan honderd jaar geleden
e Hoe groot is de kans op vorst in de toekomst, bijvoorbeeld in 2050?
3 Lees de tekst over de IJsheiligen op Wikipedia.
a Wanneer in mei vallen de IJsheiligen?
b Wat is volgens de volksweerkunde de betekenis van de IJsheiligen?
c Is de kans op een omslag naar koud weer tijdens de IJsheiligen
A extra groot
B extra klein
C geen van beiden
d Ga weer even terug naar de tekst van Buienradar.
Noem twee methoden waarop fruittelers hun fruitbomen beschermen tijdens nachtvorst in de lente.
e Kan het ook na de IJsheiligen, bijvoorbeeld in juni, nog vriezen in Nederland? Waarom wel of niet?
Wil je meer weten over onze aardrijkskundemethode buiteNLand?
Naar websiteMeer informatie over dit onderwerp kun je vinden in leerjaar 4vmbo, hoofdstuk 1 Weer en klimaat.