Nog maar weinig kinderen spreken dialect. Sommigen van hen vinden dat jammer: zo kunnen ze minder gemakkelijk met hun opa en oma praten.
Honderd jaar geleden spraken veel kinderen nog wél dialect in hun dagelijks leven. Nederlands leerde je wel op school, maar je gebruikte het niet vaak. In de loop van de tijd is dat veranderd. Het gevolg is dat veel kinderen geen dialect meer praten en oudere mensen (soms) nog wel.
Sommige kinderen, zoals in dit filmpje, vinden dat jammer. Ze zouden eigenlijk graag wel een beetje dialect willen kunnen spreken. Er zijn ook geleerden die het met hen eens zijn. Ze zeggen dat mensen die meer dan één taal kennen, vaak makkelijker dingen onthouden.
Het filmpje komt uit België. Daarom praten alle kinderen een beetje anders dan we in Nederland gewend zijn. Toch praten zij ook Nederlands: het Nederlands van België.
Vragen
Beantwoord de vragen 1a en 1b eerst voor jezelf en bespreek de antwoorden daarna in de klas.
1a Vlaams dialect is anders dan Standaardnederlands. Wat denk je bijvoorbeeld dat het woord stekske betekent? Bekijk nu het filmpje. Had je het goed?
1b Zoek online nog drie grappige Vlaamse woorden. Noteer de woorden en hun betekenis in je schrift of op een blaadje.
Beantwoord vraag 2 eerst voor jezelf en bespreek het antwoord daarna in de klas.
2 Zowel in de tekst als in het filmpje komt naar voren dat steeds minder kinderen nog dialect spreken. Leg in je eigen woorden uit wat voor voordelen het heeft als je opgroeit met een dialect.
Kijk voor de antwoorden in TLPST nr. 64
Bron: TLPST nr. 64
Wil je meer weten over onze methode Nieuw Nederlands?
Naar de website