Als je ergens een bacteriële infectie hebt, dan krijg je antibiotica van de huisarts. Dit zijn stoffen die bacteriën, en soms ook andere micro-organismen, doden. In je lichaam leven alleen ook een heleboel bacteriën die belangrijk zijn voor de functie van je lichaam, je zogenaamde microbioom.
Lees hier het artikel.
Opdrachten
In het volgende onderzoek hebben wetenschappers een antibioticum gemaakt en getest dat niet alle bacteriën doodt, maar alleen Gram-negatieve. Het grootste gedeelte van je microbioom bestaat uit Gram-positieve bacteriën, en Gram-negatieve bacteriën zijn vaak degene die je ziek maken. De tweede uitdaging was om ernstige bijwerkingen te voorkomen, die voorkomen bij de paar medicijnen die al bestaan voor Gram-negatieve infecties.
1. In de inleiding staat dat het nieuwe antibioticum met ‘dit’ probleem kan afrekenen. Welk probleem bedoelen ze hier? Leg je antwoord uit.
2. Wat is het verschil tussen Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën?
3. Je ziet hier de structuurformule van lolomycine. Welke functionele groepen zitten er aan het koolstofskelet? Gebruik BINAS tabel 66D.
Tijdens het ontwerpen van dit nieuwe antibioticum begonnen wetenschappers met deze stof, waarbij R1, R2 en R3 posities zijn waar ze zijgroepen wilden testen die hielpen met de opname van het antibioticum in de bacteriële cel zonder dat de moleculen aan elkaar zouden blijven ‘plakken’ door onderlinge interacties. Ze hebben hierbij het halogeen fluor, een nitraatgroep en een cyanidegroep gebruikt.
4. Leg uit welke van deze zijgroepen zorgt voor het grootste verschil in elektronegativiteit.
Uitdagend: Zou je verwachten dat de uiteindelijke structuur de beste functionaliteit heeft? Leg uit waarom.
Wil je meer weten over onze scheikunde methodes?