NU Actueel

Prinsjesdag: de koning, een troonrede en wat nog meer?

 - NU Actueel Video bekijken

Op de derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. In de ochtend leest de Koning de troonrede voor. Dat gebeurt in een vergadering van de Eerste en Tweede Kamer samen. In de troonrede staat in het kort wat de regering in het volgende jaar wil gaan doen. Die plannen noem je ook wel het beleid van de regering. ’s Middags geeft de minister van Financiën de rijksbegroting aan de Tweede Kamer. In die begroting geeft de regering uitleg over de plannen. Ministers vertellen daarin wat ze gaan doen, wat dat kost en hoe ze aan het geld daarvoor willen komen (bijvoorbeeld belasting heffen en/of bezuinigingen op uitgaven). Deze rijksbegroting zit in een koffertje. Aan het eind van de dag geeft de minister van Financiën het koffertje met de geldplannen voor volgend jaar aan de voorzitter van de Tweede Kamer.

 

 Opdrachten:

  1. Bekijk het filmpje hierboven en lees het artikel van Kidsweek: 6x weetjes over Prinsjesdag.
    1. Waar wordt de troonrede meestal voorgelezen?
    2. Waarom kan dat dit jaar niet? Waar wordt de troonrede dit jaar daarom voorgelezen?
    3. De koning leest de troonrede voor. Wie heeft die troonrede geschreven?
    4. Vroeger reden de koning en de koningin altijd in de gouden koets. Leg uit waarom er veel gedoe is geweest over die gouden koets.
    5. Welke oplossing heeft de koning bedacht voor de discussie over de gouden koets?
    6. Prinsjesdag wordt ook wel hoedjesdag genoemd. Leg uit waarom.
  2. In de troonrede staan alle plannen van de regering voor het komende jaar.
    1. Noteer vier onderwerpen die daarin aan bod komen.
    2. NPO Radio 1 maakt samen met de luisteraars een Troonrede van het Volk. Mensen mogen daarin aangeven wat er volgens hun in de troonrede moet komen te staan. Wat vind jij belangrijk, wat moet er volgens jou in de troonrede komen te staan? Schrijf jouw belangrijkste onderwerp(en) op. Beschrijf wat volgens jou daaraan moet veranderen. Leg ook uit waarom je dat belangrijk vindt.
  3. In het koffertje zit de Miljoenennota. In die nota staan de belangrijkste inkomsten en uitgaven op een rij.
    1. Maak twee kolommen. Dit wordt een Miljoenennota.
    2. Waar komt het geld vandaan? Noteer links de belangrijkste inkomsten.
    3. Waar gaat het geld naar toe? Noteer rechts de belangrijkste uitgaven.
    4. Kijk nog eens naar je antwoord bij 2b. Wat denk je, hoeveel geld is daarvoor nodig? Bedenk ook waar je dat geld vandaan zou kunnen halen.

Meer informatie?

Wil je meer weten over onze mens en maatschappijmethode Plein M?

Naar website