NU Actueel

Janssen maakt het enige vaccin dat met één prik effectief is: ‘Wij hebben het aangedurfd’

Dit artikel is verschenen in de krant Algemeen Dagblad.

Lees de tekst en beantwoord de vragen.

1 Op welke manieren leidt de auteur de tekst in? Door..
A de aanleiding voor het schrijven van de tekst te noemen en het onderwerp aan te kondigen.
B de aanleiding voor het schrijven van de tekst te noemen en één of meerdere vragen te stellen.
C het onderwerp aan te kondigen en één of meerdere vragen te stellen.
D het vertellen van een anekdote en het noemen van de aanleiding voor het schrijven van de tekst.

2 Waaraan ziet de farmaceut dat het vaccin goed werkt tegen een heftig ziekteverloop?

3 Welke vergelijking maakt Schuitemaker en waarom?
A Schuitemaker vergelijkt de beslissing om te werken aan een coronavaccin waarbij één prik genoeg is met het gevoel van spookrijden. Hiermee wil ze aangeven dat allebei iets anders doen dan de meerderheid.
B Schuitemaker vergelijkt de beslissing om te werken aan een coronavaccin waarbij één prik genoeg is met het gevoel van spookrijden. Hiermee wil ze aangeven dat het allebei niet zonder risico is.
C Schuitemaker vergelijkt het vaccin waar ze zelf aan werkt met dat van AstraZeneca. Hiermee wil ze aangeven dat haar vaccin waardevoller is, omdat zij er meer voor gedaan heeft.
D Schuitemaker vergelijkt het vaccin waar ze zelf aan werkt met dat van AstraZeneca. Hiermee wil ze aangeven dat haar vaccin waardevoller is, omdat zij meer risico heeft genomen.

4 Welke reden noemt Schuitemaker om toch voor een vaccin te gaan waarbij maar één prik noodzakelijk is, ondanks het risico?

5 Wat is het verschil tussen het vaccin van Janssen en het Oxford-vaccin?

6  Welke oplossing noemt Schuitemaker als het vaccin met maar één prik mislukt?

7 Wat is waar over de resultaten van het Janssen-vaccin? Het Janssen-vaccin..
A biedt evenveel bescherming als andere vaccins, maar bij andere vaccins, maar bij infectie word je minder ziek.
B biedt meer bescherming tegen gemuteerde varianten dan gedacht, maar bij infectie wordt je zieker.
C biedt minder bescherming dan andere vaccins, maar bij infectie word je minder ziek.
D biedt minder bescherming tegen gemuteerde varianten dan gedacht, maar bij infectie word je minder ziek.

8 Welke vier voordelen heeft het Janssen-Vaccin?

9 Sommige mensen willen zich niet laten vaccineren. Wil jij je wel of niet laten vaccineren en waarom? Bespreek jouw keuze en je argumenten daarvoor met een aantal klasgenoten. Denk er bij deze bespreking aan dat je respectvol blijft ten opzichte van je klasgenoten met een andere mening dan jij.

Wil je meer weten over onze methode Nieuw Nederlands?

Naar de website