Hyperpolyglotten
- TLPST
- 17 mei 2022
- Niveau: Havo/vwo bovenbouw
Polyglotten en hyperpolyglotten
Moet je oneindig veel diploma’s halen om veel talen te kunnen spreken? Nee, dat hoeft helemaal niet. Neem nu de Amerikaan Vaughn Smith uit Washington D.C. Hij is thuis in 24 talen, ook in het Nederlands.
Iemand die zoveel talen spreekt, heet een ‘hyperpolyglot’. Is Smith dan soms een vooraanstaand taalkundige of een professionele vertaler? Dat dacht je maar; hij heeft een heel ander beroep: tapijtenreiniger.
Wel zou je kunnen zeggen dat hij, net als andere polyglotten, verslaafd is aan taal. Je hoeft geen talenknobbel te hebben om veel talen te leren, maar je moet het wel leuk vinden.
Wat is nu het verschil tussen een polyglot en een hyperpolyglot? Een polyglot spreekt minstens vijf talen; een hyperpolyglot spreekt twaalf of meer talen vloeiend. Bekijk hier enkele andere filmpjes van polyglotten.
Hoe krijgen polyglotten een vreemde taal onder de knie? Door met mensen te spreken van wie die taal de moedertaal is, natuurlijk. En door elke dag wat te oefenen. Dat kan ook online: neem maar eens een kijkje op de website van de Polyglot Club, bijvoorbeeld op de pagina over het Nederlands.
Vragen en opdrachten
Alle vragen en opdrachten kun je alleen maken of samen met een klasgenoot.
Bespreek daarna de antwoorden in de klas.
Vraag 1a tot en met 1d kun je het beste doen vóórdat je de filmpjes bekijkt.
1a Het artikeltje gaat over mensen die (heel) veel talen kennen en deze (bijna) vloeiend kunnen spreken.
Stel dat je genoeg tijd en zin hebt om, naast Engels, Frans en Duits, nog drie andere talen te leren. Welke zou je kiezen? Waarom juist die?
1b Wat lijkt jou het lastigst als je een nieuwe taal leert die ver van het Nederlands af staat?
1c Hoe zou jij het leren van een nieuwe taal aanpakken? Denk daarbij aan de onderdelen van de taal die je onder de knie wilt krijgen (grammatica, woorden, uitdrukkingen, uitspraak). En wat zou je het belangrijkst vinden: die nieuwe taal goed kunnen verstaan, spreken, schrijven of lezen? Waarom?
1d Ken jij mensen die opvallend goed zijn in het leren van (veel) verschillende talen? Zo ja, wat bepaalt naar jouw idee hun ‘taalleervermogen’?
Bekijk het filmpje onder de tweede link (‘verslaafd aan talen’: ‘American Polyglot Practicing 20 Languages’). Hierin laat de 16-jarige Jim (Timothy Doner) zien en vooral horen welke talen hij spreekt. Dat zijn er, naast het Engels (zijn moedertaal), zeker 19: Frans, Hausa, Wolof, Russisch, Duits, Jiddisch, Hebreeuws, Arabisch, Pasjtoe, Farsi, Mandarijn, Japans, Italiaans, Bahasa Indonesia, Maleis, Nederlands, Xhosa, Swahili en Hindi.
(vervolg op volgende pagina)
2a Welke talen vindt hij naar verhouding makkelijk en welke moeilijk? Hoe komt dat volgens hem?
2b Jim noemt na enkele minuten een paar factoren die het makkelijker maken om een vreemde taal te leren. Welke? Ben je het met hem eens?
2c Welke problemen ervaart hij bij het leren van talen als het Turks, Arabisch en Farsi?
2d Over welk onderdeel van ‘taal leren’ dat vaak als moeilijk wordt ervaren, zegt hij vrijwel niets?
2e Wat vind je van zijn Nederlands? Beoordeel zijn woordenschat, grammatica (zinsbouw), uitspraak en intonatie.
2f Op welke manier heeft hij Nederlands geleerd? Leg uit of je dat een goede manier vindt of niet.
Bekijk zo mogelijk ook de andere filmpjes. Hierin komt veel aan bod over de factoren die een rol spelen als je in vrij korte tijd heel veel talen wilt leren.
3 Bespreek in het kort die factoren en betrek daarbij ook het filmpje van Jim. Denk aan: aanleg, interesse in andere culturen, belangstelling voor grammatica, interesse in mensen met een andere achtergrond, muzikaliteit, manier van denken, enz. Hoe belangrijk zijn die in het algemeen? En hoe belangrijk zouden ze voor jou zijn?
Kijk voor de antwoorden in TLPST nr. 87
Bron: TLPST nr. 87