NU Actueel

 - NU Actueel Afbeelding bekijken

Het afweersysteem beschermt je tegen ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen en schimmels. Bij sommige mensen werkt het afweersysteem niet goed. Hierdoor lopen ze gemakkelijker infecties op en zijn ze vaker ziek. Het verloop van infecties is ook vaak heftiger. Bij SCID-patiënten (Severe Combined ImmunoDeficiency) is de afweer zeer verstoord. Een kleine infectie kan bij deze patiënten levensbedreigend zijn.

Opdrachten
Gebruik de juiste Binas-tabellen bij het beantwoorden van de opdrachten.

Bekijk de video ‘New Treatment for Bubble Boy Disease’. Bij SCID-patiënten werken alleen de barrières die het binnendringen van ziekteverwekkers voorkomen. De afweer door witte bloedcellen ligt volledig stil. Er zijn verschillende niet-specifieke externe barrières voordat een ziekteverwekker in het interne milieu van een organisme kan komen.

Bij een infectie of weefselschade treden ontstekingsreacties op.
1  Noteer drie reacties van het lichaam op een ontsteking.

De niet-specifieke barrières kunnen ook een enzym afscheiden dat de groei van bacteriën remt.
2  Welk enzym is aanwezig in het traanvocht en in speeksel en wat is de functie van dit enzym?

3  Noem drie externe barrières.

De variabele delen van een antistof vormen de aanhechtingsplaats van antigenen. Deze delen bepalen welk type antigeen kan aanhechten. Er zijn vijf type antistoffen te onderscheiden: IgM, IgG, IgA IgD en IgE (Ig staat voor immuunglobuline). De structuur van IgG heet een monomeer.
4  Welke antistof heeft de structuur van een pentameer?

Macrofagen starten de verworven afweer. Na fagocytose van een ziekteverwekkers brengen ze de cellulaire afweer op gang.
5  Beschrijf hoe macrofagen de cellulaire afweer opstarten. Gebruik de volgende begrippen: antigeen presenterende macrofaag, geactiveerde T-helpercel, MHC-II-molecuul, pre-T-helpercel, receptor, antigeen, bacterie, CD4.

Bekijk de video ‘Antigen Presentation. Lymfocyten hebben verschillende typen CD-receptoren (CD staat voor Cluster of Differentiation), verschillende membraaneiwitten van witte bloedcellen die antigenen kunnen identificeren.
6  Neem de tabel over en noteer waaraan het CD-oppervlakte-eiwit bindt.

CD-oppervlakte-eiwit bindt aan
CD4-receptor  
CD8-receptor  
CD28-receptor  

Een geactiveerde pre-T-helpercel stuurt zowel de cellulaire als de humorale afweer aan.
7  Beschrijf hoe een geactiveerde pre-T-helpercel de cellulaire afweer en de humorale afweer opstart. Gebruik de begrippen: pre-Tc-cel, Tc-cellen, antigeen herkenning door B-cel, T-helpercel.

8  Licht toe dat de humorale immuniteit ook zonder T-helpercellen kan opstarten.

9  Licht toe hoe het lichaam de afweer weer remt na het genezen van een infectieziekte.

Bij SCID ontbreken bepaalde eiwitten. Dit kunnen eiwitten zijn die betrokken zijn bij de herkenning van ziekteverwekkers of eiwitten die signalen doorgeven of eiwitten die belangrijk zijn voor de stofwisseling van de T-cellen. Het ontbreken van deze eiwitten berust op afwijkingen in de genen.
10  Licht toe dat stamceltransplantatie kan leiden tot genezing van een SCD-patiënt.

 

Bronnen
KPRC 2 Click2Houston: ‘New Treatment for Bubble Boy Disease
AMBOSS: ‘Antigen Presentation

Meer weten?
Cynthia Levering: Hoe gebruik je BINAS bij vragen over afweer?

 

Wil je meer weten over onze biologie methode Nectar?

Naar website

Meer informatie over dit onderwerp kun je vinden in Nectar (4e editie) 6 vwo H21 Afweer