Overtuig met de standaardgeschilpunten!
- Spreken & Gesprekken
- 17 april 2019
- Niveau: Bovenbouw/Tweede Fase
- Bron: YouTube
Onderdeel: argumenteren
Voor: leerlingen van 5 en 6 vwo
Duur: 45 minuten
Stel: je hebt een meningsverschil. Hoe bouw je je argumenten dan zo op, dat je tegenstander er niets tegenin te brengen heeft? En hoe vind je snel het zwakke punt in het betoog van de ander? De debatwereld gebruikt hiervoor een handig hulpmiddel: de standaardgeschilpunten.
In deze lesbrief leer je hoe je het model van de standaardgeschilpunten kunt gebruiken.
Een stukje geschiedenis
Het model van standaardgeschilpunten is ontstaan in Amerika in de jaren zeventig. Wetenschappers bedachten een model waarmee ze alle voor- en tegenargumenten overzichtelijk konden weergeven. Zo kun je zo sterk mogelijke argumenten vinden of juist de zwakke plekken ontdekken in het betoog van je tegenstander.
Hoe het werkt
Je kunt de standaardgeschilpunten gebruiken wanneer je een meningsverschil hebt over het wel of niet nemen van een bepaalde maatregel. Bijvoorbeeld: “De hoogte van verkeersboetes moet afhankelijk worden van iemands inkomen.”
Als je voorstander bent van een maatregel en je wilt je argumentatie zo sterk mogelijk maken, zorg er dan voor dat je alle vragen bij de vier geschilpunten zorgvuldig kunt beantwoorden.
Als tegenstander is het juist je rol om te proberen elke vraag bij deze vier punten in twijfel te trekken.
Geschilpunt nummer 1 is het belangrijkste punt en geschilpunt nummer 4 is het minst belangrijk. Oftewel, als duidelijk is dat het probleem niet bestaat, wordt het voorstel bijna direct afgewezen. Als er echter alleen een klein nadeel aan het voorstel zit, dan wordt het voorstel niet direct verworpen. Er zit dus een duidelijke hiërarchie in de vragen.
In onderstaand schema zie je per geschilpunt vragen die het geschilpunt verduidelijken.
Inleiding opdracht
Je gaat zo een fragment bekijken van het televisieprogramma Z Today van RTL Z. Het is een discussie tussen journalist Jeroen Smit (voorstander) en verslaggever Eelco Hiltermann (tegenstander) over de maatregel:
“Er moet een quotum worden ingevoerd voor vrouwen aan de top.”
In de discussie komen een aantal begrippen naar voren die we eerst zullen toelichten:
Quotum – Een hoeveelheid die in een regel wordt vastgesteld. In dit filmpje gaat het over een quotum waarbij de overheid het bedrijfsleven oplegt dat een minimumpercentage van de banen aan de top verplicht door vrouwen moet worden ingevuld.
Raad van Bestuur – Het team van hoogste beslissers van een organisatie.
Glazen plafond – Een term die staat voor de onzichtbare kunstmatige barrières (plafonds) die worden gecreëerd door gedragsvooroordelen en organisatorische vooroordelen die vrouwen tegenhouden in het verkrijgen van topfuncties binnen bedrijven en overheidsdiensten. De vraag of dit glazen plafond überhaupt bestaat, komt ook vaak terug in discussies.
Kapitaalvernietiging – Het waardeloos maken van een investering (in geld, tijd, moeite) door er geen gebruik meer van te maken.
Opdracht
1. Bekijk de discussie hierboven en vul aan de hand van het filmpje het geschilpuntenschema in aan de voorstanderskant. Let dus vooral op de woorden van Jeroen Smit.
Een paar hints voor de leerlingen:
- hij beantwoordt twee vragen niet;
- hij formuleert twee problemen;
- hij formuleert bij ieder probleem een oorzaak.
2. Welk geschilpunt valt tegenstander Eelco Hiltermann als eerste aan? Is dat handig, als je let op de volgorde waarin de punten in het schema staan?
3. Bediscussieer de maatregel met de klas. Wat vonden leerlingen sterke argumenten en welke vonden ze minder sterk?
Klik hier om de pdf van deze lesbrief te downloaden.
Wil je meer weten over onze methode Nieuw Nederlands?
Naar de website