Op 27 juli staat Rotterdam geheel in het teken van de jaarlijkse straatparade van het Zomercarnaval. In een stoet van zo’n 2,5 kilometer trekken honderden bont uitgedoste dansers en muzikanten door de binnenstad.
Het was de afgelopen tijd even spannend of het ging lukken: een geschikte loods vinden voor het opmaken van de praalwagens voor het Rotterdamse Zomercarnaval. Maar het is gelukt: in een loods in het Botlekgebied mag aan de wagens worden gewerkt.
Zonder loods geen parade. Want buiten kan niet aan de wagens worden gewerkt, zegt Dutrieux. “Of het moet ineens gegarandeerd zes of zeven weken stralend weer zijn.”
De komende tijd zal dus hard worden gewerkt aan het optuigen van de wagens. Aan de stoet op 27 juli doen zo’n zestig à zeventig wagens mee. Er zitten naast praalwagens ook muziekwagens en sponsorwagens tussen. Welke route de voertuigen gaan rijden moet nog worden bepaald.
Bron: NOS.nl
Opdrachten
1 Bekijk de video en lees de tekst.
a Wat valt je op als je kijkt naar de deelnemers aan het zomercarnaval?
b En wat is opvallend aan de toeschouwers?
2 Bekijk de kaart met de belangrijkste migratiestromen.
a Is Nederland een immigratieland of een emigratieland?
b Waardoor heeft Syrië veel emigranten?
c Waarom is de VS een immigratieland?
Atlas
3 Bekijk de kaart 48 A1 Allochtonen absoluut.
a Waar komen de meeste Niet-Nederlanders in Zuid-Holland vandaan?
b Vergelijk de mensen die je in het filmpje hebt gezien met dit kaartje. Waar komen veel mensen van het zomercarnaval waarschijnlijk vandaan?
4 Bekijk 50D Kerkelijke gezindte.
a Bij welke kerkelijke gezindte hoort carnaval eigenlijk?
b In welke delen van Nederland wordt dus vooral carnaval gevierd en in welke periode?
c Bekijk ook de kaart met een mogelijke indeling in cultuurgebieden op aarde. Een groot deel van de zomercarnavalvierders komen uit Latijns-Amerika. Waarom is het wel logisch dat deze mensen hier in Nederland het zomercarnaval vieren?
Wil je meer weten over onze aardrijkskundemethode buiteNLand?
Naar websiteMeer informatie over dit onderwerp vind je in leerjaar 1, hoofdstuk 2 Bevolking en cultuur.