Klimaatquiz
- 10 december 2018
- Niveau: Havo/vwo bovenbouw
De afgelopen weken werd in de media veel aandacht besteed aan het weer, het klimaat en de klimaatverandering. De komende weken zal dit zeker een vervolg krijgen. In Nederland komen de vijf klimaattafels met maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 49 procent te verminderen, zoals dit in het regeerakkoord is afgesproken. Deze reductie ligt in het verlengde van de afspraken die binnen het VN-klimaatakkoord van Parijs zijn gemaakt. Daarbij is het streven dat de mondiale opwarming tot ruim onder 2 graden wordt beperkt.
Maar ook de internationale klimaattop in Polen, waar komende week nog zo’n 190 deelnemende landen vergaderen over de aanpak van de klimaatverandering, zal de nodige artikelen opleveren. Op de top in Polen wordt gesproken over de invulling van de in 2015 in Parijs gemaakte afspraken.
Afgelopen zondag, 9 december, was er al een discussie ontstaan over een belangrijk klimaatrapport van het VN-klimaatpanel IPCC. Dit stelde dat de opwarming van de aarde nu in de richting van 3 graden gaat in plaats van de afgesproken 1,5, en dat er veel extra maatregelen nodig zijn om dit te voorkomen. De opdracht voor het IPCC-rapport is gegeven door de klimaattop in Parijs.
Het IPCC-rapport moet een van de belangrijkste onderdelen zijn waarover op de klimaattop verder gesproken wordt en mogelijk besluiten worden genomen.
Opdrachten
Dit is de laatste actuele lesopener van dit jaar. Deze keer kiezen we voor een quiz over weer, klimaat en klimaatverandering, waarin je jouw kennis kunt meten met andere leerlingen van je klas. De leerkracht bepaalt in welke vorm de quiz wordt afgenomen.
Maar voordat je aan de quiz begint, lees je eerste de tekst en bekijk je het filmpje.
1 In Nederland is de gemiddelde temperatuur tussen 1920 en 2010 met:
A 1 graad gestegen
B 1,6 graad gestegen
C 2 graden gestegen
D 2,6 graden gestegen
2 Waarom hadden we in 2018 zo’n uitzonderlijke warme en droge zomer?
A Er waaide regelmatig een zuidenwind en er lag continu een lagedrukgebied boven Nederland.
B Er waaide regelmatig een oostenwind en er lag continu een hogedrukgebied boven Nederland.
C Er waaide regelmatig een westenwind en er lag continu een lagedrukgebied boven Nederland.
D Er waaide regelmatig een zuidenwind en er lag continu een hogedrukgebied boven Nederland.
3 Bekijk de grafiek.
De uitstoot van CO2 door verschillende landen. Welke landen worden door de cijfers 1 t/m 4 voorgesteld?
A 1 = China; 2 = EU; 3 = VS; 4 = India
B 1 = China; 2 = VS; 3 = EU; 4 = India
C 1 = India; 2 = EU; 3 = VS; 4 = China
D 1 = India; 2 = China; 3 = India; 4 = EU
4 Het sneeuwseizoen in de Alpen begint nu sinds 1970:
A twee weken later en eindigt vier weken vroeger.
B twee weken later en eindigt vijf weken vroeger.
C een week later en eindigt drie weken vroeger.
D een week later en eindigt vier weken vroeger.
5 Volgens de meteorologen krijgen wij meer te maken met perioden van droogte. Boeren en tuinders kunnen het water dat valt in een natte periode opsparen. Met welk onderdeel van de drietrapsstrategie is hierop van toepassing?
6 Wanneer een wind vanaf de Noordzee naar Nederland waait, heb je te maken met een:
A frontale wind
B aflandige wind
C wervelwind
D aanlandige wind
7 Op welke twee manieren wordt de atmosfeer van de aarde verwarmd?
A Door warme zonnestralen en verbranding van steenkool, gas en olie.
B Door warme zonnestralen en de wolken die warmte vasthouden
C Door teruggekaatst zonlicht en verbranding van steenkool, gas en olie.
D Door teruggekaatst zonlicht en zeewater uit warme gebieden.
8 In de atmosfeer vinden voortdurend veranderingen plaats. Dat kunnen zijn:
1 De lucht daalt
2 De lucht stijgt
3 Er ontstaat bewolking
4 De bewolking verdwijnt
5 De temperatuur stijgt in de zomer
6 De temperatuur daalt in de zomer
Welke veranderingen horen bij een hogedrukgebied?
A verandering 1, 4 en 5
B verandering 1, 3 en 6
C verandering 2, 3 en 6
D verandering 2, 4 en 5
9 In Nederland overstromen er wel eens straten na een stevige regenbui. De stad Venetië wordt ieder jaar wel een keer overstroomt. De afgelopen eeuw steeg hier de zeespiegel met 11 centimeter maar daalde de stad ook nog eens 12 centimeter. Je hebt hier te maken met:
A een relatieve zeespiegelstijging van 11 centimeter
B een absolute zeespiegelstijging van 12 centimeter
C een relatieve zeespiegelstijging 23 centimeter
D een absolute zeespiegelstijging van 1 centimeter
10 ‘Wij, (…..) merken het al jaren dat het klimaat verandert’, zegt Klaus Hammerl (54). ‘Simpel gezegd: in de tijd van mijn vader was hoogwater de grootste vijand, nu is dat al jaren laagwater. De windstoten die we nu vaak hebben, waren er vroeger ook niet’.
Welke beroep moet er op de puntjes worden ingevuld?
A machinisten van gemalen
B schippers
C brugwachters
D sluiswachters
Wil je meer weten over onze aardrijkskundemethode buiteNLand?
Naar website
De antwoorden vind je buiteNLand-klimaatquiz hv bovenbouw.