De vader van de atoombom

De Amerikaanse natuurkundige J. Robert Oppenheimer leidde het Manhattan project voor de ontwikkeling van de atoombom. In de film ‘Oppenheimer’ van afgelopen juni wordt het verhaal van Oppenheimer, het team wetenschappers en hun rol bij het ontwikkelen van de atoombom tijdens de Tweede Wereldoorlog geportretteerd.  

Lees hier het artikel.  

Opdrachten

De eerste atoombom die werd gebruikt, was een uranium-atoombom. Deze werd op 6 augustus 1945 boven het Japanse Hiroshima tot ontploffing gebracht.

In een uranium-atoombom bevindt zich U-235, een splijtbare isotoop van uranium. Een U-235 kern kan gespleten worden wanneer deze botst met een neutron. Bij één van de mogelijke kernsplijtingsreacties levert dit Xe-140, Sr-94 en 2 neutronen op. 

1. Noteer deze kernsplijtingsreactie. 

Bij de splijting van U-235 komt er energie vrij. Dit gaat gepaard met een verlies van massa, ook wel het massadefect genoemd. Het massadefect reken je uit door te kijken naar het verschil in massa tussen de kernen en deeltjes voor en na de reactie.  

2. Bereken het massadefect in kg. Gebruik hiervoor Binas tabel 7B en 25A.  

Met behulp van Einstein’s formule  kan de energie die vrijkomt uitgerekend worden. 

3. Reken met behulp van het massadefect de vrijgekomen energie in MeV uit. Rond af op een geheel getal. 

De kettingreactie die ontstaat bij de splijting van U-235 is een cruciaal onderdeel van de werking van een atoombom.  

4. Leg uit hoe de neutronen die vrijkomen bij deze splijting bijdragen aan het op gang brengen en in stand houden van een kettingreactie. 

5. Vind jij dat J. Robert Oppenheimer moreel verantwoordelijk moet worden gehouden voor de gevolgen van de atoombomaanvallen? Leg uit waarom.

Wil je meer weten over onze natuurkunde methodes?
Naar website Chemie
Naar website Chemie Overal